maandag 27 april 2015

Wapens

Twee weken geleden schreef ik over vechtsporten. Binnen het hoerenwereldje ben ik altijd best opvallend veel meiden tegengekomen die daar wat mee hadden. Die meiden hebben niets met het sport-deel van een vechtsport, maar het zijn driftkikkers die van zich af willen kunnen bijten. Het liefst zouden ze onverslaanbare vechtjassen zijn, maar dat is voor vrouwen nou eenmaal niet weggelegd.

Bovendien weet je maar nooit of iemand die je wat wil doen niet gewapend is. Mensen die hoeren willen aanvallen hebben vaak wel een wapen bij. De vrouwen al helemaal. En het wil ook best gebeuren dat het meerdere mensen tegelijk zijn die het op je gemunt hebben. Het is dus een beetje onzin om te geloven dat je met een eerlijk gevecht te maken gaat krijgen, en daar moet je je eigenlijk ook niet op instellen.

Veel van de meiden die graag vechtjassen zijn hebben daarom ook een bepaalde liefde voor wapens. Daar zijn lange gesprekken over gevoerd, waarbij hele filosofieën werden uitgesponnen. Waar het altijd om ging, was om de bèste van de stèrkste wapens te hebben. Ik weet nog verhitte discussies over welk merk vechtmes nou het beste was, de Kabar of één van Coldsteel.

Een aantal meiden zaten ook op schietclubs, en er waren er met een wapenvergunning. Er waren er ook die geen wapenvergunning konden krijgen omdat iemand erachter was gekomen dat ze in de prostitutie hadden gewerkt. Ik ben weleens meegegaan naar de schietbaan, om eens te kijken. Ik vond het best interessant, maar nog interessanter om te zien hoe mannen toch iets extra's vinden aan een vrouw met een gun.

De meiden die wat met geweren hadden, hadden alleen meestal helemaal geen eigen geweer, maar waren er alleen gek op. Er was er maar één die ook echt er één had, en die lag altijd thuis in de kluis. Als verdediging had ze er dus helemaal niets aan. Dat was maar goed ook, want ze was er heel erg mee in de problemen gekomen als ze ermee op haar werk was betrapt. Een wapen wat meer problemen maakt dan het oplost, dat wil je ook niet.

Soms krijg je klanten die wat van je willen kopen. Meestal viagra, of drugs, maar er zijn er ook best wel die willen weten of je een geweer voor ze kan regelen. Soms met merk en model erbij. Ik vraag me altijd af of dat bij andere meiden wel zou lukken, want ik zou niet weten waar ik zo'n ding zou moeten halen. Het was met de pepperspray al heel moeilijk, en iedereen zegt dat je die overal koopt.

Bij de vechtjassen hoorde ook wat visserslatijn. Er zat toch wel wat dikdoenerij bij. Dat zien mensen graag als je groter voordoen dan je bent, maar eigenlijk denk ik dat het een soort uitdagen is. Sommige meiden deden aan competitieve vechtsport, maar de grootste vechtjas deed aan erotic fighting. Daarbij vergapen mannen zich voor veel geld aan meiden die hard tegen hard vechten. En achteraf betalen er nogal wat om door haar in elkaar te worden geslagen.

Zelfs als zo'n vent zich maar half verdedigde moest ze al uitkijken. Ze was ècht sterk voor een vrouw, maar een man blijft altijd een gevaar. Ze had er zelf meer plezier in dan de klant, en vooral als de klant echt terugvocht. Soms kwam ze onder de blauwe plekken op de club, en dan stuurde de baas haar weg omdat ze er niet uitzag. Het kon haar niet schelen. Ze nam het voor lief, om maar bloeddorstig te kunnen zijn afentoe.

In de club waar er meerdere waren, tijdens de tijd dat ze er waren, want ze vertrokken ookweer, was er altijd discussie. Martial arts tegen de vechtsporters, wapengekken tegen de andere twee, ze vonden allemaal vanalles van wat de anderen deden, en vonden allemaal dat ze het zelf beter deden. En ze vertelden uitgebreid waarom. Ze daagden elkaar regelmatig uit om eens te laten zien wie er nou gelijkhad, ookal kwam dat er eigenlijk nooit van.

Het meeste van de discussiepunten vond ik nogal zinloos. Of je geweer nou vijfenveertig of negen millimeter moest zijn, of dat je telescopische ploertendoder nou beter was dan een kubotan, daar kon de discussie telkens weer over doorgaan. Schoppen of stoten was ook zoiets. Dat was het enige waar ik ooit over meepraatte, en dat was uitleggen dat het voor mij allebei niet had gewerkt.

Zo kreeg ik toch best nog wat mee van wat die vechtjassen allemaal leerden, en elkaar uitlegden. Ik vond het reuze interessant, maar ik durfde toch niet echt met ze mee te gaan, want het was wel eng. Ik zat daar maar een beetje bij, maar ik heb wel altijd het gevoel gehad dat ik daar wel wat mee moest, want ik moest toch voor mezelf kunnen opkomen. En met een wapen zou ik misschien niet zo'n schijtlijster zijn, dacht ik.

Intussen heb ik wel geleerd dat dat idee, je kunnen verstoppen achter een wapen, echt héél dom is. Een wapen kan niet overtuigend voor jou zijn, en het beschermt je niet tegen iemand die je kwaad wil doen. Het legt alleenmaar meer verantwoordelijkheid in je handen. Een wapen is alleen goed om iemand geweld mee aan te doen, en dat is nogal wat. Daar moet je juist éérst sterk voor in je schoenen staan.

Dat moest ik eerst nog leren. En dus had ik al in mijn clubtijd een heel groot, gevaarlijk Rambomes. Dat ding had ik de eerste keer onder het kussen gestopt. Als ik dat aan mensen die er wat van snappen vertel, gaan ze allemaal lachen, dus lach maar, lezers! Dat leverde rare blikken op, dus dat verdween onder het bed, waar ik er niet goed bijkon. Daar had ik dus maar heel weinig aan.

Pas toen ik op mezelf was gaan werken, kwam ik de eerste keer in een situatie waar ik een vent met geweld van me af moest krijgen. Ik had nog geen beveiligers, en de man was gewoon lastig. Opeens, zonder waarschuwing, werd hij boos en begon hij te slaan. Niet effectief, hij kreeg me niet eronder, maar het deed pijn en ik voelde me bedreigd. Het mes onder het bed was veelte ver weg, dat hielp me helemaal niets.

Toen ik een grote mond tegen die man opzette schrok hij, en bond hij in. Ik kreeg hem toen snel mijn plekje uit, en dat was maar goed ook, want ik had verder niets achter de hand. Het was wel duidelijk dat wat ik had, niet genoeg was. Ik ging dus maareens nadenken. En dat nadenken gaf wel wat ideeën, maar ik liet het er maar bij totdat ik wéér een agressieve vent kreeg, en toen heb ik toch maar doorgepakt.

Gelukkig kreeg ik goed contact met mijn beveiligers. Ik ga niet verder in op hoe ik die leerde kennen, daar staat al genoeg over in mijn blog. Ik moet ook aan hun positie denken. Die zijn de enige vorm van veiligheid geweest die ècht altijd de moeite waard is geweest, en zonder die jongens had ik me niet zo lekker gevoeld. Al de wapens en hulpen die ik heb gehad, hebben me in de steek gelaten, behalve de jongens.

Ik heb wel wat geprobeerd. Behalve het Rambomes heb ik ooknog pepperspray gehad. Dat heb ik één keer gebruikt, eigenlijk te vroeg, maar ik schatte de situatie verkeerd in. Het werkte maar half, maar het maakte wel duidelijk dat ik niet verder in discussie wou gaan. Ik word nog elke keer als ik stofzuig herinnerd aan die ene keer, omdat het nog steeds niet helemaal uit mijn tapijt is. Ik voel het in mijn keel.

Daarbij heb ik ookwel geleerd dat pepperspray niet altijd werkt. En ik had er bijna netzoveel last van als de lastige vent op wie ik het spoot. Die had er wel last van, maar dat spul verblindde mij een paar seconden later ook. Het brandt heel erg, maar het maakte hem niet weerloos genoeg om veilig te zijn. Toen ik hem zich moest laten aankleden, was dat een heel ongemakkelijke situatie. Daar heb ik wel van geleerd.

Omdat ik toch eigenlijk me nietzo lekker voel bij een wapen wat ook tegen me kan worden gebruikt, had ik me een personal alarm laten verkopen. Het was een zwart doosje, wat je ergens aan vast kon laten maken, en er zat een soort veiligheidspen in. Als je die eruithaalde, ging er een ontzettend hard alarm af. Dat leek me wel wat, want dan jaag je de overvaller weg zonder geweld.

Dat ding heeft een jaar aan mijn muur vastgezeten, totdat ik bij de grote schoonmaak me afvroeg of hij het wel dééd. Ik haalde er heel even de pen uit, en hij begon zo hard te fluiten dat mijn oren pijndeden. Ik stopte de pen maar vlug terug, maar dat zette hem niet meer uit! Het lawaai ging maar door, en de stekker eruit trekken hielp niet, want er zat een soort accu in. Ik heb mijn beddengoed er in een hoop tegenaangelegd om het geluid te verminderen.

Het duurde een aantal uren voordat het ding ophield met lawaaimaken. In die tijd bedacht ik wel dat ik er best veel last van had, en ondanks al het alarm hadden mijn buren niets gemerkt. Ik heb mijn flatje goed laten isoleren, voor mijn werk. Als alarm was het niet erg handig. En ookal zal het best een verkrachter van zijn lust afhalen, hij wordt dan wèl weer boos, en dit doet niets tegen geweld van één of andere engerd, en hoogstens verbergt het de geluiden die hij zelf maakt.

Ik had ook een boksbeugel gekregen, daar had ik goeie dingen over gehoord, en ze zien er héél gevaarlijk uit. Ik heb hem gelukkig nooit gebruikt, en ik heb bij het spelen ermee wel gemerkt dat je vantevoren moet weten dat je hem nodig gaat hebben, omdat er anders ongelukken gebeuren. Je krijgt hem makkelijk verkeerd om je vingers, en dan is het snel gevaarlijk voor jouzelf geworden.

Het Rambomes heb ik niet meer in mijn werkflatje liggen. Dat komt omdat ik het een tijdje terug aan mijn beveiliger liet zien. Hij legde me heel grafisch uit wat ik moest doen met dat mes om een man ècht ongevaarlijk te maken. Dat had hij geleerd toen hij werkte voor "de Baas" en ik voelde me een beetje wegtrekken toen hij het me zo duidelijk liet zien. Dat kan ik gewoon niet, zelfs niet als ik voor mijn leven vrees. Dan liever wat anders.

Een gun vond hij ook maar niets, want hij legde me uit dat dat wel een stuk moeilijker te hanteren is dan in de films, en je er ook niet "een béétje mee kan schieten." Pepperspray vond hij niet bruikbaar genoeg. Dat had ik toen ookwel geleerd, maar het was goed dat hij het even uitlegde. Ik moest naar een ander iets op zoek, en dat was toen er nieuws op TV was over dat de politie stroomschokwapens zou gaan gebruiken.

Die stroomschokstunners zijn verboden, maar je kan er véél makkelijker aankomen dan ik dacht. Ik koos een hele dure, met de hoogste volts, omdat ik er wel op moest kunnen vertrouwen. Toen ik hem trots aan mijn beveiliger liet zien, legde die uit dat dat ding niet te vertrouwen is. Toen ik hem ècht niet geloofde, mocht ik het zelfs op hem uitproberen. En ik keek behoorlijk op mijn neus. Hij had wel pijn, maar hij pakte het ding gewoon van me af.

Mijn beveiliger heeft toen even met me gepraat over wat je nou wel en niet kan doen, en wat er nou wel en niet wèrkt. Heel kalm, en zonder macho te doen. Ik kreeg echt even les, en wat ik vooral te leren kreeg was dat makkelijk, veilig en betrouwbaar geweld toepassen niet bestáát. Je kan niet iets simpels doen wat je altijd een goed resultaat geeft, er zijn geen wapens die je veilig maken.

Het viel me erg op dat hij me een paar precies dezelfde dingen vertelde als mijn statistiekmannetje. Die heeft verborgen talenten, want die lijkt overàl wel wat van te weten. Het klopt ooknog allemaal, en die allesweters hebben dat anders nooit. Ook mariniers die klant zijn komen met dezelfde dingen. Mannen met ervaring met geweld zijn het bestwel eens over hoe dat werkt, veelmeer dan de vechtjassen, dat is wel opvallend.

Ik kreeg wel complimentjes over mijn verstopplekken. Ik heb voor véél geld een bedrijfje een paar plekken in mijn huis laten bouwen waar ik me snel in kan verstoppen vanuit mijn werkkamer, en die zijn met slimme systemen gebouwd zodat geen aanvaller achter me aan kan komen. Dat was trouwens even wennen in het begin, dingen die niet zo werken als je denkt. Die plekken zijn veilig tegen grof gereedschap, en houden makkelijk iemand lang genoeg tegen tot mijn jongens komen.

Laat ik maar nietteveel uitleggen over die verstopplekken, want ookal ben ik er ápetrots over, ik moet natuurlijk geen geheimen verklappen over hoe ze werken en waar ze zitten, niet alleen voor aanvallers die dat niet mogen weten, maar ook omdat de politie anders meteen weet wie ik ben. Die hebben die dingen gezien, en hebben beslist dat dat een teken van mensenhandel is.

Van die beveiliger heb ik nog wat oefeningen geleerd om met hele grove bewegingen me uit de handen van iemand te krijgen, en om niet neergedrukt te worden. Dat zijn hele praktische dingen, ookal zijn ze eigenlijk nietzo spannend als de oefeningen die ik vroeger op zelfverdediging deed. Ze werken alleenmaar in een paar situaties, en op een paar manieren. Heel beperkt dus, maar ik kàn ze tenminste.

Al met al heb ik geen supermanier gevonden om met geweld om te gaan. Dus is het maar goed dat het zo zeldzaam is. Als ik het met een grote mond niet afkan, en dat is nòg zeldzamer, dan kan ik een vent wel genoeg van me afkrijgen dat ik me kan verstoppen totdat mijn jongens komen. Dat is gewoon de verstandige manier om het te doen, dus ik hou me daar ook maar bij. Het zou erg fijn zijn om te weten dat ik het helemaal zelf afkan, maar het is gekkenwerk om dat te geloven.

De gedachte voor dit stukje, en dat over vechtsporten, werd geboren toen ik het hierover had met een vechtjas die ik van vroeger kende. Toen ik met haar in discussie ging over dat geweld nooit beheersbaar is, en al die dingen waar ze zo'n fan van was helemaal geen zekerheid gaven, ontdekte ik pas dat het een stuk van de kick voor haar is. Die meiden zijn niet uit op een zekere, beheerste manier om hun veiligheid te garanderen. Die zoeken juist het gevaar van het geweld. Maar hoe dàt zit, daar weet ik het fijne nog niet van.

vrijdag 24 april 2015

GGD, SOA/AIDS, en andere onbetrouwbare dingen

Het is weer tijd om wat nieuws te behandelen. Ik ben daar de laatste tijd veel minder snel mee. Ik vind het namelijk eigenlijk een beetje verloren moeite als het niet gaat om een recensie van een hele populaire toestand zoals met Jojanneke deze winter. Bovendien kan je in de polls ookwel zien dat mensen er eigenlijk nietzoveel interesse in hebben. Aan de andere kant weet ik wel weer dat er mensen zijn die het nieuws over prostitutie alleen via mijn blog volgen, dus dan maar een overzichtje.

Nou ja, een overzichtje, ik kan niet alles bijhouden. Er is teveel, en ik heb er te weinig aandacht voor. Het kost teveel werk om elk wissewasje na te blijven lopen. En over veel dingen heb ik ook geen dingen te zeggen die niet allang gezegd zijn. En over de dingen waar ik wel wat over zou kunnen zeggen heb ik vaak niet het gevoel dat het echt wat bij zou dragen. Dus dan maar wat dingetjes van de afgelopen tijd, niet echt een overzicht, maar wat ik nu wel kwijtwil.

Ivo Opstelten weg
Niemand zal dit gemist hebben, Ivo Opstelten is eindelijk eens weg als minister. Hij was al langer een clown, die als de dronken oom waar iedereen zich voor schaamt op het Kerstfeest door de overheid waggelde, brommend over wetten en procedures die strikt worden gevolgd. Dat we hem kwijtzijn is goed vanuit de prostitutie bekeken, maar of van der Steur zoveel beter gaat zijn weet ik nog niet.

Die heeft al gezegd dat hij doorwil met de WRP, hij heeft ook flink voor de kamera's gestaan over sekstoerisme, dus scoren met seks wil hij wel. Dat geeft mij weinig vertrouwen dat hij ons op een redelijkere manier gaat behandelen. Hij was eerder aleens op mijn blogje genoemd, en toen was hij de minst gekke van een panel kamerleden, maar dat is nog makkelijk gek genoeg om een groot probleem te worden. Hij antwoordt zijn mail tenminste wel netjes, en heeft ook goeie dingen voor ons gedaan.

Hij wordt ook meteen door verbiedertjes als van der Laan gepusht om door te gaan met waar Ivo mee bezig was. Als je politici een beetje kent, weet je wel hoeveel invloed zoiets heeft. Hij moet heel sterk in zijn schoenen staan om tegen brieven als dit in te gaan. Daar kunnen duizend argumenten nog niet tegenop, want politiek is vooral ellebogenwerk en vriendjes dingen toestoppen.

Libelle
Libelle heeft weinig geleerd van Patricia Perquin: die hebben ze maar snel laten vallen toen die ontmaskerd werd, want anders had ze een artikelserie in dat blad gehad. Nu komen ze tochnog met een artikel van Anita de Wit, die met Perquin heeft samengewerkt om een hitsig boekje te schrijven, en die al vaker in het nieuws kwam omdat ze rare dingen uithaalt met de meiden die ze "beschermt" tegen loverboys.

Alkmaarse Thuisrazzia's
In Alkmaar heb je een aantal razzia's bij raammeiden thuis gehad. Dat is in de kranten gekomen, en via via krijg je te horen dat het allemaal weer een intimidatie-aktie was. Ze weten heel goed dat ze niets gaan vinden, maar ze komen vissen naar versprekingen en je even laten voelen dat ze overal aan kunnen komen, en je nergens veilig bent. Wat ga je immers doen tegen politie en gemeente?

Ze doen graag alsof het gaat om illegale bewoning, of om brandveiligheid, zolang het maar klinkt naar iets wat logisch is om het huis voor te bezoeken, en iets wat góéd is voor de doelwitten van de razzia. Pas bij navraag door een lokale journalist komen we erachter dat het helemaal niet daarom ging, maar gewoon proberen was om meiden zover te krijgen dat ze in het mensenhandelcircus gingen.

De gemeente Alkmaar heeft een hekel aan hoeren. Je bent volgens gemeentewebsites verplicht om je te melden bij een hoerenloket, en anders ben je strafbaar. Dat is al erg, maar dat hoerenloket bestáát dus nieteens. Maar dan is het gewoon pesten op je werk, en dat zijn we wel gewend. Het is juist dat ze bij je thuis komen jennen, en je laten voelen dat je nooit een veilig plekje of een veilig momentje hebt voor de bemoeizucht van de overheid dat veel meiden dwarszit.

Zandpad
Ik word altijd een beetje moedeloos van Utrecht. Het is net een soap, je weet dat het nooit goedkomt en dat het altijd weer opnieuw gekker, dramatischer en ingewikkelder wordt, maar de meeste mensen kijken ernaar terwijl ze toch ergens een happy end verwachten. En netzoals bij een soap zorgen de verantwoordelijken die aan de touwtjes trekken dat dat altijd lijkt te kùnnen, maar nooit echt kòmt.

Ik gun de meiden van Utrecht hun werkplek, en ik gun ze ècht een veel betere behandeling dan wat ze krijgen, maar ik snap niet dat ze beter verwachtten van de overheid toen ze overstag gingen om mee te werken met registraties en reguleringen waarvan je kon zien dat ze bedoeld waren om de prostitutie daar klem te zetten. Dat er vanaf Utrecht heel veel zwartepiet naar de rest van Nederland werd gespeeld zorgde ook dat ik niet echt naast ze op de barrikade stond.

Voor de zoveelste keer is het "mislukt" om een prostitutiezone op te bouwen, en alwéér doet de gemeente alsof ze mee willen werken aan een oplossing. Dat houdt alwéér in dat ze een inschrijfronde houden om geïnteresseerde bedrijven veel geld te laten trekken voor een spelletje waar de regels telkens in veranderd worden om maar nooit iets voorelkaar te krijgen. Ik zie alleen een gebed zonder eind, maar het zou oneerlijk zijn om die strijd dood te zwijgen.

Valkenburg
Over de zedenzaak in Valkenburg heb ik al eerder geschreven, en daar hoef ik gelukkig geen woord van terug te nemen. Eigenlijk is het tot nu toe precies aan het gaan zoals je aan kon zien komen. Het OM heeft met zijn schandpaalpraktijken minstens twee mannen tot zelfmoord gedwongen. Dat vinden ze zelf "eigen keus," maar als je de regels voor de rechtspraak toepast, valt het wel onder dwingen. Daar mag ik het OM wel aan houden, vind ik.

Het OM vindt zichzelf vooral heel zielig. Die roepen nu dat het aan de media ligt, want die hebben het helemaal verkeerd over laten komen. Dat schandpalen was helemáál niet de bedoeling, en ze hebben netzo discreet gedaan als altijd, en ze hebben geen idee hoe het kan zijn gekomen dat mensen wat anders hebben gedacht. Het ligt in ieder geval niet aan het OM, dat weet het OM zeker. Lees die slachtofferrol maar hier en hier.

Ze hebben drie van de vier aanklachten tegen de vriend van het meisje moeten laten vallen. Dwang konden ze niet bewijzen. Dat kwam omdat het meisje, de jongen, en alle klanten die zich braaf kwamen melden omdat ze banggemaakt waren allemaal konsekwent verklaarden dat ze niet gedwongen was. Hoeveel druk er ook uitgeoefend is op dat arme wicht, hoeveel tamtam er door het OM zelf ook in de media is gemaakt.

Het OM vindt zelf dat er niets is afgezwakt. Goed, het verhaal over de gruwelijk dwingende loverboy die het onschuldige meisje dwong om te hoeren, waar ze in de pers zoveel mee hebben gescoord is in rook opgegaan. Maar die jongen had wat te maken met iemand van onder de achttien die seks voor geld had, en dat is, zoals zoveel, mensenhandel. Daar kan hij nog steeds voor hangen, dus hebben ze niets afgezwakt, nietwaar?

Wat mij erg opvalt, is hoe weinig terugslag er is op het OM. Er zijn geen harde interviews met de betrokken OM'ers. Er zijn geen exposés over dat het OM zijn boekje te buiten gaat, en dan óók nog blijk te hebben gelogen. Er blijft nog steeds deftig respekt voor die club. Wat ze ook flikken. Hoe duidelijk ze ook laten zien dat ze bezig zijn met hun eigen moraliteit bevredigen, en de feiten daarbij opzijschuiven. Ze blijven buiten schot.

Er komt een stukje over het OM. Daar ben ik al mee begonnen, maar als er mensen zijn die een boekje open kunnen doen, krijg ik daar graag mail van. Wat ik al heb gevonden was al erger dan wat ik had verwacht, en dat wil wat zeggen. Ik weet dat de overheid rot is, maar dit is echt een rotte plek in een zure appel. Niet eens alleen over prostitutie, maar zolas altijd is het bij ons weereens extremer.

Als voorbeeldje geef ik dit artikeltje, waar het OM met droge ogen beweert dat je verkrachting van een minderjarige moet vergelijken met seksuele diensten afnemen van een minderjarige tegen betaling. Ik word heel boos van het misbruik van de term verkrachting door de overheidsdienst die de opsporing en vervolging van verkrachtingen doet. Ze zijn zo dom en onwetend, en zo arrogant, dat het me verbaast dat ze zo diep kunnen zinken.

Nederlandse Bank
Een triest verhaal. Netzoals bij Roos Bachelier heeft een meid die parttime gewerkt heeft niet goed genoeg haar anonimiteit beschermd, en is ontdekt. Getipt door een anonieme collega, netzoals Roos. Quote, een blad voor mensen die graag corpsbal zijn zonderdat ze studeren, heeft er een puberaal stuk over gepubliceerd, wat door de landelijke pers is overgenomen.

Netzoals Roos komt Conchita uit de swingersscene. Er is bij bestwel wat swingers het idee dat swingers al gestigmatiseerd worden, dus dat het met prostitutie wel netzoiets zal zijn. Zo is dat niet. Swingers worden als vreemde vieze mensen gezien, hoeren worden echt geháát. Daar komen ze wel heel akelig achter. Ze is haar baan kwijt, want de Nederlandse Bank vond haar onfatsoenlijk. Ze heeft geen ontslagvergoeding gekregen, want ze is immers hoer.

Als je het vergelijkt met de pers over Roos Bachelier, zie je wel dat de pers van nu een stuk gemener en hooghartiger is geworden. Ze hebben er meer aandacht voor, ze doen er hysterischer over, en ze doen er hypocrieter over, door te doen alsof het erom gaat dat seks voor geld ervoor zorgt dat je minder toezicht kan houden op banktransakties. Want je bent chanteerbaar. Want je kan er immers voor ontslagen worden...

Proud de straat op
Er is een groot protest geweest door de verse sekswerkerorganisatie Proud. Met honderden meiden de straat op, dat is nogal wat. Het heeft de internationale pers gehaald, en niet eens omdat er heel wat aan de hand moet zijn voordat je honderden hoerenneuzen dezelfde kant op krijgt! Ik ben er zelf niet bij betrokken geweest, en er is al over geschreven door mensen van binnenuit, dus je kan het best erover doorlezen bij Felicia Anna.

Richtlijnen over hoeren verlinken
Ik dacht dat ik hier al over geschreven had, maar ik kan het niet terugvinden. Dus dan doe ik het hier maar. Er is vanaf SOA/Aids een richtlijn geschreven voor hulpverleners, over hoe ze met hoeren om moeten gaan. We zijn immers geen normale mensen, dus kan je ons natuurlijk ook niet als normale mensen behandelen. Normale mensen komen bij hulpverleners om hulp te krijgen, wij kunnen daar natuurlijk niet mee worden vergeleken.

Als een gewone burger bij de GGD komt, en die vertelt over zijn omstandigheden, dan heeft de zorgverlener een geheimhoudingsplicht. Dat hoort zo in de medische wereld. Mensen hebben zelfbeschikkingsrechten, en zelf beslissen waarmee je geholpen wil worden is een hele belangrijke. Bovendien zouden mensen niet snel hun uitspattingen opbiechten aan hun hulpverleners als ze wisten dat die dat opslaan of doorsturen aan anderen.

Maar bij mensenhandelslachtoffers, en voor het gemak maar meteen bij alle hoeren, in de praktijk, is dat anders. Als mensenhandelslachtoffer ben je automatisch iemand die te zwak of dom of misleid is om echt een keus te kunnen maken, dus dan moet de hulpverlener dat maar voor je doen. Voor je bestwil, natuurlijk. Wij kunnen wel vinden dat er niets mis is met ons werk, of dat we zelf kiezen voor iets wat de hulpverlener maar slecht vindt, maar dat doet er niet toe.

Als het om kinderen gaat, dan kan ik me heel goed voorstellen dat je de geheimhoudingsplicht doorbreekt. Een kind kan nog niet zelf aktie ondernemen, en weet nog niet genoeg om te weten dat er dingen echt mis zijn, en hij hulp nodig heeft. Als het om dementerende patiënten gaat, kan ik het ooknog begrijpen. Ik vind het al tever gaan als het gaat om mensen die in familierelaties klemzitten, ookal hebben die het ook moeilijk. Maar bij hoeren, alleen omdat we hoeren zijn, voor ons beslissen dat onze beslissing er niet toe doet? Dat gaat te ver.

De schrijvers vinden dat ze heel zorgvuldig zijn geweest met deze voorschriften, en daar ben ik het niet mee eens. Er zit namelijk helemaal geen waarborg in die richtlijn. Het is eerst een ellendeverhaal over passieve mensjes die moeten worden opgespoord en gered, recht uit Comensha. Daarna komt er een stappenplan over hoe je moet handelen als je vermoedens hebt van mensenhandel. En we weten hoeveel al wordt gezien als een signaal van mensenhandel.

Het stappenplan begint met stap één, het verzamelen van een dossier over het reddingsobjekt. Daar moet je meteen mee beginnen, want als je duidelijk maakt dat je die vertrouwelijke informatie tòch gaat gebruiken wil ze misschienwel niet meer met je praten. Er wordt extra belangrijk nog even uitgelicht dat een "niet pluis gevoel" genoeg is om het vertrouwen van je cliënt te beschamen.

Stap twee is het raadplegen van een speciale mensenhandelcollega, je vertegenwoordiger van het mensenhandelgeloof. Als je die niet in je organisatie hebt, moet je advies vragen bij bijvoorbeeld Comensha. Dat is dus de organisatie die zijn handen in onschuld wast over de honderden meldingen van mensenhandel die ze naar eigen zeggen alleen turven, en niet kunnen toetsen. Dat maakt dit een papieren stap. In deze stap kan ook besloten worden de cliënt niet alleen te verlinken, maar ook te verlinken zonder haar te vertellen dat je haar verlinkt.

Pas in stap drie is het tijd om de cliënt alofniet te vertellen dat je wat verdacht hebt gevonden, en aan een verlinking aan het werken bent. Hier is het de bedoeling om de medewerking van de cliënt te krijgen. Niet om een mogelijkheid voor te leggen, niet om terugkoppeling te geven over wat je ziet, maar om de cliënt te beïnvloeden om mee te doen aan de mensenhandelcircus-toestand die je wil laten gebeuren.

Stap vier had eigenlijk stap één moeten zijn, want nu pas gaan ze de afweging maken of de cliënt, of een derde zelfs, wel beter af is als je een melding maakt. De beslissing blijft bij de hulpverlener, wat de cliënt ervan vindt blijft alleen een overweging voor de hulpverlener. Daarbij moet je wel bedenken dat die beslissing wordt genomen op basis van het mensenhandelverhaal zoals dat van Comensha komt, en dus met de werkelijkheid niets temaken heeft.

Stap vijf komt als je besloten hebt dat de cliënt, of ze nou wil of niet, geholpen gaat worden. Als dat intern kan, dan mag dat, maar als ze niet genoeg meewerkt kan je het zelf niet af, en wordt het dus iemand verlinken aan de reddingsindustrie en de politie. Of dat nou via Meld Misdaad Anoniem gaat of meteen met Zeden maakt natuurlijk niet uit, dat komt op dezelfde buro's.

Er zit geen enkel moment in dat de cliënt kan zorgen dat er niet verder wordt gepraat over wat ze in vertrouwen heeft gezegd. Er zit geen verplichting in om te waarschuwen voordat ze wat zegt dat wat ze zegt zomaar bij Zeden en Comensha kan komen te liggen, op papier en klaar om als getuigenverklaring te worden gebruikt

Niet alleen dat het mag. Niet alleen dat het kàn. Niet alleen dat het niet vantevoren niet aan je reddingsobject hoeft te worden gevraagd. Niet alleen dat je reddingsobject nooit aan de noodrem kan trekken. Niet eens alleen dat alle afwegingen worden gemaakt op basis van een mythologie over hoe mensenhandel zou werken. Maar vooral dat het áángemoedigd wordt in deze richtlijn om je cliënt te verlinken, dat zit me echt dwars.

Wat me ook dwarszit is dat bij elke consultatie met bedrijven als Comensha wordt gedaan alsof het geen schending is van het beroepsgeheim omdat er geen namen bij worden genoemd. Voor je het weet heb je genoeg verteld om het ene bij het andere te kunnen leggen. Voor je het weet heeft Comensha wel degelijk genoeg informatie om je te identificeren. En sowieso hebben ze dan jouw interpretatie van je mensenhandelfantasie om als "feit" te kunnen gebruiken in hun rapportages.

Al met al onderstreept dit alleenmaar nòg een keer dat je hulpverlening niet kan vertrouwen. Ze weten het beter dan jij, en als je naar ze toestapt leg je je lot in hun handen. Als zij het op hun heupen krijgen, stappen ze naar de politie, en hun interpretatie telt in de rechtzaal voor méér dan de jouwe. Niet alleen ellende voor jezelf komt ervan, maar in Utrecht blijkt de sluiting van àlle raamprostitutie vooral te zijn gebaseerd op het verlinken van één meid die in vertrouwelijke gesprekken haar hartje luchtte tegen een zorgverlener die dat op deze manier doorspeelde.

GGD heeft "met klanten gepraat"
Twee onderzoekers van de GGD Amsterdam hebben een onderzoek gedaan naar klanten, en hoeveel verantwoordelijkheid die nemen voor misstanden in de prostitutie. Dat past prima in de trend dat we via een omweggetje naar het Zweedse model worden geleid door klanten steeds meer als criminelen te behandelen. In kleine stapjes merken mensen niet zo duidelijk waar het heengaat.

Het is al een tijdje uit. Ik heb het niet veel aandacht gegeven, want ik dacht eigenlijk dat het ongemerkt voorbij zou gaan, zoals veel rapporten die niet echt ergens op gefundeerd zijn èn die nietzo sappig zijn. Dat is een misser van mij, want Renate van der Zee heeft er een boekje omheengeprutst, en nu is het dus in de media en op een conferentie in de Tweede Kamer prominent als bewijs gebruikt dat klanten moeten worden aangepakt.

Dit onderzoek heb ik al vanaf het begin gevolgd, want ik kreeg er verontrustende berichten over. Niet alleen van hoeren die benaderd waren, en die me vertelden dat ze vooral uitwaren op afwijkende, zielige gevallen onder de klanten en niet geïnteresseerd waren in de gewone klant. Maar vooral van klanten die de enquete ingevuld hadden. De meeste klanten hebben geen idee van hoe de reddingsindustrie werkt, en geloven vooral wat ze op TV horen, en dan was het wel schrikken.

De meeste klanten die vragen hebben beantwoord deden dat via een online enquete. De mannen die contact met mij zochten klaagden dat het een nogal vooringenomen vragenlijst was, waar je eigenlijk alleenmaar kon kiezen in welk stereotype je thuishoorde. Je kon bij belangrijke vragen alleen kiezen tussen dingen die allemaal dom waren, en de meest voor de hand liggende oplossingen stonden er niet bij.

Ze vertelden me dat ze het gevoel kregen dat ze erin werden geluisd. Vooral als er nogal dubbelzinnige vragen zijn over wat een misstand is, wat een signaal zou zijn van een misstand, of wie er "verantwoordelijk is" voor het melden van misstanden. Zonder kontekst weet je niet waar je op antwoordt. Zo dringt de gedachte zich op dat je makkelijk òf teveel doet alsof je paniekig overal misstanden ziet, òf teveel doet alsof je alles negeert.

Dat bleek natuurlijk allemaal te kloppen, het hele rapport ademt uit dat ze een paar stereotypes wouden hebben en een vragenlijstje hebben gemaakt waarmee die stereotypes konden worden gebruikt, wat er ook geantwoord werd. Vooral de stereotypes van Zaitch en Staring uit 2009 worden in de enquete voor de klanten flink gebruikt, waarbij ze die toch al twijfelachtige stereotypes ook zo uitelkaarhalen dat het misleidend is om die losse zinnen in die kontekst te plaatsen.

Elk stereotype is doordrenkt met waardeoordeel. Dat kan je al zien aan de namen. De ontkenner, de onbekommerde klant, de vermijder, de redder, en de enige zonder wrange bijsmaak: de melder. De beschrijvingen van hoeveel deze mannen allemaal meegaan in de hetze dat het alleenmaar kommer en kwel is met misstanden in de prostitutie geeft al aan dat de hetze door de onderzoekers als de waarheid wordt gezien, een waarheid die alleennog erkènd moet worden door de klanten.

Het is daarom voor de onderzoekers gesneden koek. Als een klant denkt dat er weinig misstanden zijn, wìl hij alleen die misstanden niet zien. Als een klant vindt dat hij niet verantwoordelijk is voor misdaden die door andere mensen worden begaan, is hij onverantwoordelijk en wìl zijn verantwoordelijkheid niet zien. Als een klant niet naar de politie stapt als hij wat ziet, is dat omdat hij te egoïstisch doet omdat hij geen zin heeft om zich erbij te betrekken.

Er is geen ruimte voor de klant die weinig misstanden ziet omdat er gewoon heel weinig misstanden bestáán, wat de mythes ook willen. Ook niet voor de klant die zich niet verantwoordelijk voelt voor dwang in de prostitutie omdat je je ook niet verantwoordelijk voelt voor overvallen op buurtsupers waar je je boodschappen haalt. En zeker niet voor de klant die van de meiden heeft gehoord waar je je meisje toe veroordeelt door een melding te maken.

Inplaats daarvan is een man die zegt dat hij niet verantwoordelijk is voor de keuzes die het meisje maakt, iemand die misstanden ontkent en bagatelliseert. Ook de prostitutie vergelijken met andere sectoren, die niet zo verketterd en gestigmatiseerd zijn, is ontkennen en bagatelliseren. En natuurlijk is niet meegaan in de hetze een romantisch beeld over prostitutie koesteren. Daar moet ik echt een apart stukje over schrijven ooit.

Het uitgangspunt van de enquete is dat de gemeente wijs en eerlijk bezig is, en de klanten die wantrouwig zijn daar helemaal geen reden voor hebben. Dat is natuurlijk logisch als je werkt voor de gemeente, maar een klein beetje kritisch nadenken, en een beetje ècht luisteren naar hoe de vrouwen in de business worden behandeld zou dat al hebben onderuitgehaald.

Ook bij de hoereninterviews heb ik mijn vraagtekens. Alleen al hoe ze schrijven dat de hoeren danwel de meeste van hun klanten als goede mannen omschrijven, maar dat er tòch ook lastpakken tussenzitten. Was daar echt een enquete voor nodig? Zou het ooit haalbaar zijn om welke soort werk in de klantdienstverlenende sectoren dan ook te doen, en nóóit met lastige klanten te maken te hebben? Het geeft weer de inkijk aan van de schrijvers.

Ze leggen de hoeren ook in de mond dat ze zeggen dat de klanten wel kùnnen, maar niet wìllen melden. Kijk je naar de enquete, dan zie je dat het gaat om een vraag waar het antwoord er óók over gaat of klanten met hele andere dingen bezigzijn. Dat subdeel willen ze aanvinken, maar ze geven de interpretatie die de enquetemakers willen dan ook een vinkje mee. Dat wordt gebruikt om de klanten als zelfophemelende types neer te zetten.

De conclusies zijn dan ook logisch, als je ziet waar ze vantevoren al vanuitgaan. De klant moet zijn lesje leren dat de gemeente helemaal geen onzin verkoopt, en dat is nog niet gelukt omdat de gemeente nog niet praat op een manier die de klant herkent. Dat het eerder gaat om de inhoud waarvan de klant kan zien dat het niet klopt komt niet bij de onderzoekers binnen. Het moet laagdrempelig worden om alles te kunnen verklikken zonderdat de klant daar gevolgen van voelt.

[Jezus Christus Z, 4 blz geschrapt, samenvatting is genoeg! -B]

Nou ja, je ziet wel hoeveel tendentieuze onzin er onder dit rapport ligt. Het geeft ookweer aan hoe weinig we kunnen vertrouwen op officiëel neutrale instanties zoals de GGD. Maar ook dat was niet genoeg voor de verbiedertjes die in de pers springen met dit rapport onder hun arm. Die nemen de cijfers van de enquete, en doen alsof alleen de meest gedweeë klantjes die met het minste naar de overheid rennen om te klikken, de mannen zijn die niet totaal negeren als het mis is met een meid.

Als je echt wil weten hoe het zit met het verantwoordelijkheidsgevoel van klanten, heb ik al wat geschreven.

Arena
Het is een EO-programma en het ging deze keer over prostitutie. De gasten waren Renate van der Zee, die haar nieuwe vodje kwam pluggen, Linda van Goch, die hetzelfde afgelikte verhaal weer kwam vertellen over zware psychotische stoornissen die ze zou hebben gekregen van een vriend met losse handen, Tanja Blok van Power in Purity, een nieuw slachtoffer van de leest van Maria Mosterd, die hier Xandra heette, en met wilde indianenverhalen kwam, aan de verbiedertjeskant.

De andere kant van het gesprek was Asha ten Broeke, die erg goed uit de verf kwam, en Lyle Muns, die ik wat zalvend vond, die jongen mag wel wat meer tegen de onzin ingaan die wordt verteld. De verbiedertjes mochten eerbiedig uitpraten, maar Tijs van den Brink viel de goeie kant de hele tijd in de rede. Tja, wat valt er verder over te zeggen. Het was weer hetzelfde als altijd.

Dagboek van een Callgirl
Je had ooit de serie Secret Diary of a Call Girl. Dat was een Engelse serie op basis van de ervaringen van Belle de Jour, het alias van dr. Brooke Magnanti, die een korte tijd als studentescort heeft gewerkt in Engeland. Het is een beetje opgepoetst, en het is nogal duidelijk dat ze nooit erg ervaren is geweest. Maar, ookal heeft ze er best veel drama bijgesleept, is het nog het neutraalste soort fictie dat je hebt over prostitutie.

Daar is nu een Nederlandse versie van, Dagboek van een Callgirl, op Net5. Dat heb ik nu voor het eerst gezien, en het is grappig om te zien hoe ze het Engelse werk precies gekopiëerd hebben. Daar zitten wat haken en ogen aan, want in Engeland is die scene heel anders dan hier, maar toch vond ik het wel leuk om naar te kijken. Al was het maar omdat de hoofdrolspeelster Sanne Langelaar meer hoerenallure heeft dan Billie Piper. Die kan wel omzet maken als ze wil.

Ergens is het jammer dat er niet een beetje is gekeken naar het verschil tussen daar en hier. Sommige dingen die in de serie geen probleem zijn, zou je hier in Nederland niet kunnen doen zonder Zeden als een bloedzuiger aan je kont te krijgen. Maarja, nog steeds is het zóveel beter dan àlles wat er verder over de business op TV komt, dat ik het wel prima vind zo. Het is met een beetje liefde gemaakt, en dat kan je zien.

Nou is het wel weer genoeg, jongens. Er is vast nog veelmeer te zeggen, maar ik ben klaar voor vandaag. Ik heb bovendien nog héél veel mail te lezen, die ik de laatste tijd weer op heb laten hopen!

maandag 20 april 2015

Antwoord op: Geknakt

Dit stukje is een antwoord op een idee, en niet precies op één opmerking die wordt gemaakt. Dit is namelijk een idee wat vooral wordt gesuggereerd, en wat ze maar aannemen dat je wel aanvoelt. Ik heb bij die dingen altijd het gevoel dat ze dat zo doen omdat ze ookwel weten dat wanneer ze het gewoon letterlijk zeggen, mensen toch kunnen gaan nadenken over of het wel zo ìs.

Het idee waar het vandaag om gaat, is dat je door seksuele dingen mee te maken geknakt wordt, en geknakt blijft. Als je iets seksueels doet of meemaakt, wat niet volgens de regeltjes van het relatiedenken is, dan ben je beschadigd, veranderd, geknakt, knapt er iets in je, en word je nooit meer dezelfde. Dan ben je een rare, en dan moet er voorzichtig met je omgegaan worden, en moet je je overgeven aan hulp.

Daar hoort bij dat je dùs als hoer, omdat je seksuele dingen doet waar mensen bang voor zijn, geknakt moet zijn. Je kan dit niet met een goeie motivatie zijn gaan doen, je kan dit niet een leuk beroep vinden, je kan dit niet doen zonderdat je psychische schade oploopt, het is allemaal ellende wàt we ook zeggen, allemaal dingen die horen bij het denkbeeld over ons.

Er hoort óók bij dat wij hoeren dit vast zijn gaan doen omdàt we geknakte bloemetjes zijn. Je kan immers geen zelfrespect hebben, en tòch je geld met seks verdienen? Dat we prostitutie doen is een uiting van dat we seksueel verminkt zijn doordat we grensoverschrijdende dingen hebben meegemaakt. Het wordt zelfs gezien als zelfverminking. Ze zijn bereid om al die dingen te geloven om het denkbeeld maar te kunnen blijven houden.

Niets klopt hiervan.

Ondanks alle angst voor seks die leeft in de samenleving krijg je geen knak van hoererij. Daar heb ik aleens over geschreven. Het enige wat gevaarlijk is om een knak van te krijgen is de haat vanuit de samenleving. Of die zich nou uit via de politie, via geweld van je buurt, via de haatverhalen die bijna elke week wel in de bladen of op de TV komen, het maakt niet uit. Daar kan je heel bitter van worden. Maar niet gebroken, niet op de manier die ze willen laten geloven.

Het is werk, en het is seks, en dat is prima. Je raakt er niet gebroken van. Je leert zelfs best veel van hoererij. Je leert over mannen en vrouwen, op heel veel manieren. Je leert over seks. Je leert over je lijf. Je zorgt voor jezelf, en je bedrijf werkt met iets wat helemaal van jouzelf is. Jij maakt de regels, en jij hebt de hele tijd de controle, zelfs als je dat voor de klant verstopt. Alles aan prostitutie gaat om je eigen kracht.

Als je een geknakt figuurtje bent, kàn je het werk niet eens doen. Er komt zoveel bij kijken, om je klanten de goeie kant heen te sturen, en om de controle te houden, alleen al om je klanten af te werken, laat staan om een bedrijf te laten draaien, dat iemand die daar geen kracht voor heeft niets voorelkaarkrijgt. Want je moet het uiteindelijk allemaal zèlf bijelkaar laten komen in die werkplek, want daar ben je alleen met de klant.

En daar hebben we meteen ook het andere ding mee. Denken dat mensen in de prostitutie terechtkomen omdàt ze gebroken mensjes zijn, is onzin. Waar gaan gebroken mensjes de kracht vandaanhalen om zo tegen de afkeuring van de samenleving in te gaan? Hoe krijg je een gebroken mensje zover dat ze strenge, en maatschappelijk niet aanvaarde voorwaardes gaat stellen aan seks?

Nu denken heel veel mensen meteen aan de perverse pornoverhaaltjes over lokkende loverboys en gewelddadige pooiers. Die verhaaltjes kloppen natuurlijk niet, daar heb ik al vaak genoeg over geschreven, maar zelfs als ze zouden bestaan zit zo'n meid alleen met een klant op het bed. En daar moet ze dan de regie gaan voeren. Daar moet ze zorgen dat hij na drie kanten zonder condoom niet zonder te betalen vertrekt. Moet een gebroken willoos dingetje dat lukken?

We krijgen dus geen gebroken meisjes in de business. Die redden het niet de business ìn, en ze redden het ook niet ìn de business. Maar de prostitutie is wèl een branche waar meiden terechtkunnen die misdaden of misbruik hebben meegemaakt. Niet als ze gebroken zijn. Ik heb in de hoererij nog nooit een meid meegemaakt die ik gebroken zou kunnen noemen. Maar in de hoererij kan je voort met dingen die in de ogen van de samenleving niet passen en kunnen.

Ik heb niet kunnen uitzoeken of je in de prostitutie nou méér meiden vindt die seksueel misbruik hebben meegemaakt dan erbuiten. Je kan niet zomaar statistieken gebruiken, want het is héél afhankelijk van watvoor dingen ze misbruik noemen in zo'n onderzoek. Kijk maar naar de Nationaal Rapporteur, die telt ongewenste seksuele blikken al mee als misbruik, en dan kom je wel aan hoge cijfers.

Je kan niet weten wat je ziet. Ik heb meiden gekend in de clubs die vrijuit praatten over hun misbruikverleden. Die waren ook niet bepaald geknakt, trouwens. Buiten de prostitutie ken ik ook misbruikslachtoffers. Die zijn er veelmeer naarbinnengekeerd over. Moet ik dat zien als iets dat aangeeft dat meiden binnen de branche opener zijn? Dat kan je weer niet zeggen.

En je weet ook niet hoeveel meiden je dingen niet vertellen die er wèl zijn. Dus ik kan je niets met zekerheid zeggen. Maar het beeld van een branche vol met misbruikslachtoffers herken ik in ieder geval niet. Ik kan het gewoon niet laten kloppen met wat ik meemaakte. En zij die een verleden hebben, zijn er nietzo door beheerst als de voorbeelden die ik wel ken van buiten de prostitutie. Dat kan natuurlijk ook niet, dan zou je jezelf elke wip weer door een hel halen.

Je moet daar grondig onderzoek naar doen, en dat bestaat niet. Tot die tijd heb ik alleen mijn indrukken. Die zijn wel breed, en ik heb een hoop gehoord, maar het is totaal niet een neutraal en objectief beeld. Aan hoeveel meiden ik heb geteld, en over hoeveel meiden ik wat heb gehoord zegt eigenlijk niets. Maar je kan wel aan àndere dingen bedenken hoe misbruikte meiden in de prostitutie kunnen passen.

Als je seksueel niet lekker in de lijntjes van het relatiedenken past, is er in de prostitutie plek voor je. Daar heb je altijd wel een soort klanten die goed met jou klikt. Dat geeft een plek voor meiden die niet goed kunnen aarden. Dat geeft plek voor meiden die iets met zichzelf aanmoeten. Hun afwijkendheid duwt ze niet de hoererij in, maar ze vinden juist een plek om zichzelf te zijn in de hoererij, waar de rest van de samenleving geen ruimte voor wil maken.

Het idee dat je een geknakt figuurtje moet zijn om een hoer te kunnen zijn, is iets waar ik al heel lang door gefascineerd ben. Waar het om blijkt te gaan, in de gedachtes van de mensen die zo denken, is dat je als hoer goedkoop bent, en geen zelfwaarde hebt, en dat iemand die wel zelfwaarde heeft het dus niet kan. Want betaalde seks is vernederend, seks is eng, het is geen leuk werk, en niemand droomt er ooit van om hoer te worden. Dat weet iedereen toch.

Netzogoed is het idee dat je een geknakt figuurtje wòrdt van hoer zijn helemaal verkeerd. Er zijn mensen die niet voor het vak zijn gemaakt, maar ook die komen er ookwel weer overheen dat ze wat hebben meegemaakt. Zoals ik in mijn stuk over angst voor seks al beschreef, een slechte beurt is maar een slechte beurt, je bent meer dan je seksuele dagboekje. Het idee dat je voor altijd onbekwaam wordt omdat er op de verkeerde manier wat je kut in is gegaan vind ik waanzinnig.

Er zijn dus geen redenen om te geloven dat geknakte poppetjes in de prostitutie verstrikt raken, of dat prostitutie een gebroken mensje van je maakt. Eerder andersom! Er is geen onderzoek dat daarnaar wijst. Er is geen aanwijzing of schijnbeeld dat je zo verkeerd zou kunnen opvatten. En toch is dit een geloofje dat heel veel aanhangers heeft, en waar de verbiedertjes maar wàt graag gebruik van maken. En waarom dan?

Omdat er belangen mee worden gediend. De zieligheidsindustrie heeft graag dat we worden gezien als reddingsobjecten. Daar worden ze dan voor betaald, en kunnen ons bewerken in hun zorgcircus op kosten van de zorgbudgets en de belastingbetaler. Er wordt grof geld verdiend aan ons met hun bekrompen moraliteit hersenspoelen.

Niet alleen worden we makkelijk als reddingsobject gezien als dit idee wordt geloofd, maar ze hebben meteen ook weer een reden om ons verder monddood te maken. En hun kritici, want die zijn onmenselijk als ze sceptisch durven zijn over die arme slachtoffers die gered moeten worden. Maar naar òns moet je sowieso niet luisteren, want wij zijn beschadigd, onmondig, niet in staat om zelf te zien hoe we leven, we zijn kapot, passief, onmachtig, we weten niet beter.

Het helpt ook erg bij de lastige vraag waarom de hoeren niet massaal proberen te ontvluchten als de prostitutie ècht zo erg is als de verbiedertjes er graag van maken. We zijn immers gebroken, we hebben de morele kracht niet meer om het zelf te doen. We moeten gehaald worden. We staan niet op tegen onze gemene pooiers, want we zijn geknakt, en kunnen niet tegen hem op. We moeten gered worden, en opnieuw opgebouwd. Door de reddingsindustrie.

Binnen de reddingsindustrie neemt dit concept van het gebroken slachtoffer de bizarste vormen aan. Ze halen immers hun hele bestaansrecht uit het opnieuw èchte mensen maken van geknakte hoertjes. De programma's waar ze hun slachtoffers aan onderwerpen zijn niet gemaakt om de patiënt zelf te laten genezen, maar om het kapotte ding waar ze hun klauwen in hebben gekregen te programmeren naar iets wat hun moraal gaat volgen.

Het is dan ook een grote frustratie voor de reddingsbedrijven wanneer hun ex-patiënten weer vrijkomen en weer dingen gaan doen die volgens de moraal van de zieligheidsindustrie niet door de beugel kunnen. Deze "hervictimisatie" zien ze niet als wat hij is, namelijk dat hun hersenspoeling niet blijft bestaan als de meid weer in een vrije omgeving is, maar als bewijs dat eenmaal geknakt altijd geknakt is, en het weerloze dingetje weer gered moet worden.

In hun filosofie gaan ze zelfs zover dat ze zeggen dat een vers hoertje eerst een paar keer groepsverkracht wordt òm kneedbaar te worden. Ze hebben het zieke idee, dat als je een vrouw of meisje bruut verkracht, ze dan seksverslaafd wordt, en makkelijker hoererij zal gaan doen. Zelfs als je niets weet van de prostitutie, en dat het vanwege wat je éígenlijk moet kùnnen al onzin is, dan moet je nòg stikken in die gedachte.

De waarheid is dat je nergens zulke harde tantes vindt als in de prostitutie. Van het werk leer je een boel, en daar hoort ook bij dat je leert op je strepen te staan. Met een hoer moet je niet proberen te sollen, die pikt dat niet. Sommige hoeren hebben wat meegemaakt. We zijn gewoon mensen, ook aan ons overkomt weleens wat. Die hebben hun eigen verhalen, hun eigen rafels en littekens. Maar als je geknakt bent is de prostitutie geen plek waar je lang zit.

Ons afschilderen als gevallen engeltjes is niet alleen beledigend, onwaar en misleidend, het is ook schadelijk. Het is wéér een manier om onze stem in de discussie die over òns gaat uit te vegen! Het zorgt ervoor dat mensen weer een manier hebben om op ons neer te kijken terwijl ze vinden dat ze zich daar niet voor hoeven te schamen. Het is weer een manier om ons te verdrukken, en ik ben die leugens zat.

maandag 13 april 2015

Vechtsporten

Er is een bepaalde groep van ons die iets heeft met wapens en vechtsporten. Meer dan je zou verwachten. Ik liep ze altijd wel tegen het lijf. Het zijn meestal de actieve, sportieve meiden, die ook iets driftigs hebben. Meiden met geldingsdrang, en meiden die zich niet laten piepelen. En reken maar dat ze er klaar voor staan om op te treden als dat lijkt te gaan gebeuren. Die meiden kom je binnen de prostitutie flink meer tegen dan daarbuiten.

Je denkt makkelijk dat ze dat doen om hun eigen veiligheid te kunnen regelen, of omdat het gewoon nódig is, maar dat zijn gewoon smoesjes. Ook de lieve, zachtaardige meisjes die hun kat niet eens de baas kunnen, kunnen gewoon veilig werken. De echte reden is gewoon dat we veel vaker driftkikkers zijn, en driftige meiden kunnen maar beter zorgen dat ze iets hebben om op terug te vallen als hun grote mond problemen heeft gemaakt.

Dat wil niet zeggen dat het helemáál niet nodig is. Je hebt weliswaar het meeste aan een paar stevige jongens die je veiligheid doen, maar die staan ook niet naast het bed. Je moet in elk geval wel weten hoe je een agressieveling eventjes van je lijf houdt, en als je helemaal van hem af kan komen is dat extra handig natuurlijk! Je wordt bovendien veel beter in op tijd zien wat hij gaat doen, en dan kan je soms agressie helemaal voorkomen.

Ik heb goeie herinneringen aan gesprekken bij één van de clubs waar ik werkte, waar een paar haaibaaien zaten die nogal verschillende ideeën over vechtsporten hadden. Het was een paar keer raak, en dan ging de discussie best diep over hoe je het best als meid voor je eigen veiligheid kon zorgen. Ik praatte wel mee, maar ik was toch echt niet zo fanatiek als die andere meiden.

Zelf heb ik er ookwel wat mee. Ik ben geen Amazone, maar weerbaarheid heb ik toch wel leren waarderen bij mezelf. Daar ben ik een laatbloeier mee, want op school keerde ik letterlijk de andere wang toe als er werd gevochten. Ergens is dat jammer, want ik heb wel gemerkt dat kinderen die op school van zich af hebben leren slaan, later assertievere volwassenen worden. Achteraf leren om assertief te zijn is veel meer werk.

Mijn pa vond het maar niets dat ik me gewoon liet slaan. Ik was bang voor geweld, en ik vond agressie doodeng, ik kon er niet mee omgaan, en dat vond hij ongezond. Toen er een cursus zelfverdediging voor meisjes op school werd gegeven, moest ik erheen, ookal wou ik niet. Ik ging erheen, omdat mijn pa het wou, maar eigenlijk was ik een veeltegrote schijtlijster om zoiets te durven.

Het viel natuurlijk heel erg mee. Ik schopte wat tegen stootkussens, ik leerde keihard "nee" schreeuwen, en de leidster van de cursus was heel aardig tegen schijterige meisjes zoals ik. Achteraf had ik echt het gevoel dat ik kon vechten, en dat ik nu voor mezelf op kon komen. Dat gevoel duurde een weekje, en daarna zakte het toch weg. Ik kreeg op school daarna niet nog de kans om het uit te proberen, en dat was maar goed ook, denk ik.

Later, in de kraak, kreeg ik in mijn feministische periode ook weer de kans om iets van zelfverdediging te leren. We hadden net een lezing gehad over dat mannen helemaal niet sterker zijn dan vrouwen, maar dat ze alleen meer trainen, en wij hadden beslist om te gaan trainen om mannen te lijf te kunnen gaan. Het klinkt me nu genant in mijn oren, maar zo dachten we. Er was heel makkelijk geregeld om een training te gaan volgen.

In ons pand hadden we een trainer uitgenodigd, die ons elke week kwam trainen. Ze was een gestoord mens uit Engeland, die het netzo bekeek als wij. Ze had een indrukwekkend CV, waar ik nu wel mijn twijfels aan heb, maar we geloofden haar toen gewoon. We nodigden ook vrouwen uit om mee te komen trainen, en met hun bijdrages werd het voor ons gratis! Dat vonden we een overwinning op de mannenmaatschappij.

We kleedden ons aan in zwarte pakjes, deden een militair-achtige warming-up, en dan gingen we oefenen. De technieken waren allemaal manieren om zo te doen dat je de kans kreeg om een man in zijn ballen te slaan en schoppen. En als hij lag moest je nog een paar keer in zijn ballen schoppen, en dan tegen zijn hoofd. We hadden een hele agressieve instelling, we trainden om meteen zo'n vent in elkaar te slaan, zonder te waarschuwen. Er was een oefening waarbij je deed alsof je hem wel zijn zin wou geven om hem dichtbij genoeg te krijgen voor een kniestoot in zijn ballen.

Na de training gingen we wat drinken, en dan was er zo'n sfeer dat we hoopten dat er een man ons lastig zou komen vallen. Dat gebeurde natuurlijk nooit, en dat was maar goed ook. Ik weet niet wat er anders zou zijn gebeurd. We voelden ons als Rambo na zo'n training, en we dachten echt dat we elke vent aan zouden kunnen. Dat had heel erg uit de hand kunnen lopen, maar als we zo strak stonden waren we gelukkig duidelijk niet aantrekkelijk voor mannen.

Toen ik al een poosje bijna niet meer actief was bij de feministen had ik opeens, zomaar onverwacht, mijn training nodig. Ik was op klaarlichte dag door de stad aan het lopen, naar een station toe, en twee jongens duwden me plotseling tegen een muurtje en één deed een greep in mijn tas. Ik deed precies wat ik al die trainingen lang gedaan had, en zo hard dat ik mijn hand op een bepaalde manier gekneusd heb die ik nog een jaar heb gevoeld.

Het had geen resultaat. Ik heb zijn ballen niet geraakt, want aan dat stuk van de move kwam ik ook niet toe. De klappen die de man op de grond hadden moeten laten rollen deden heel weinig, ze pakten mijn telefoon en mijn beursje en holden weg. Ik was natuurlijk boos over dat ze me bestolen hadden, maar ik was nog veel erger geschokt over dat ik niet tegen ze op kon, en dat dat zo duidelijk was mislukt.

Later merkte ik ook nog wel op andere momenten dat het gewoon niet klopte wat ik had geleerd bij zelfverdediging. Wat ik op school en in de kraak leerde gaf me veel zelfvertrouwen, maar dat was onterecht. Ik ging er verkeerd van met risico's om, en er zijn veel betere manieren om je te verdedigen dan om te proberen een man zijn ballen kapot te schoppen. Het had heel lelijk af kunnen lopen.

Intussen weet ik wel beter. Mannen zijn heel veel sterker en harder dan vrouwen, dus als vrouw moet je echt heel goed weten wat je doet als je met een vent te maken hebt die niet luistert. En een vent die kan vechten, daar kan je als vrouw gewoon niets mee. Gelukkig zijn de meeste mannen nette mensen die je gewoon niets aan willen doen, en zit er in gezonde mannen een rem dat ze vrouwen veilig willen houden.

Tijdens mijn bordeeltijd heb ik veel geleerd van twee meiden die altijd meningsverschil hadden over welke vechtsporten nou het beste werken. Het werden interessante gesprekken. De ene zei dat jiu-jitsu het beste werkte, de andere, die ik eerder al C heb genoemd, was overtuigd van krav maga. Ze hebben me allebei weleens meegevraagd, en C kon me ooknog zover krijgen dat ik van mijn luie kont afkwam en het echt deed.

Ik heb dat één keertje gedaan, en die nacht werd ik wakker met zoveel pijn aan mijn polsen dat ik het nu nog weet. Ik kon niet meer in slaap komen, ook niet na ibuprofen. Krav maga is zogenaamd geschikt voor iedereen, maar ik sloopte mezelf daar zowat. Ik ben geen grote sportvrouw, ik sportte toen helemaal niet, en zelfs in mijn sportiefste tijden was ik geen krachtpatser. Maar mijn armen konden al dat geweld niet aan. Ik heb het maar gelaten.

Er waren ook meiden die vooral een grote mond hadden over zelfverdediging. Die hadden waarschijnlijk hetzelfde soort ervaring als ik, die hadden wat oefeningen gehad en dachten dat ze de Hulk waren. Die waren niet de vechtsportsters, maar meer de agressieve typetjes. Ze kwamen, vooràl als C niet in de buurt was, met heerlijk visserslatijn over de grote overwinningen op enorme bullebakken.

Die meiden nemen risico's omdat ze denken dat ze het wel aankunnen als puntje bij paaltje komt. En omdat je in het werk ècht niet zoveel geweld tegenkomt als iedereen denkt, kunnen ze die gedachte jaren vol blijven houden. Er zit dus wel verschil tussen die meiden en de driftkikkers die echt het liefst vechtmachines zouden zijn. Dat is wel belangrijk als je wil weten op wie je kan rekenen.

Vechtsporten zijn nuttig. Je bent alleen in mijn vak wel altijd een vrouw tegen een man, en daar kan je niet omheen. Je komt er niet met een paar technieken en wat attitude. Je moet krachttrainen, en dan nog moet je veel oefenen met harde sessies, want als je echt wat wil uithalen moet je héél hard ervoor kunnen gaan. En tegen een vent ben je dan nog niet zeker dat je hem van je af kan houden, want mannen zijn veel krachtiger dan wij.

Ookal heb je weinig kans om een vent knock out te slaan, toch is het belangrijk om te vechten als je wordt aangevallen. Zolang je vecht kan je nog een beetje sturen wat er gebeurt, en als je stopt met vechten geef je het helemaal aan je aanvaller. Je kan nog zorgen dat je hem van je lijf houdt tot er hulp komt, of tot je een wapen te pakken kan krijgen. Je moet er wel klaar voor zijn dat het kan gebeuren.

Als je door een man wordt aangevallen kan je je niet veroorloven om een eerlijk gevecht met hem te hebben. Je moet al je voordeel grijpen waar je het kan, en daar hoort ook bij dat je wapens gebruikt. Hij kan daar immers ook mee komen. En die meiden die iets hebben met vechtsporten, hebben dat ook vaak met wapens. Maar wapens zijn wel een ander verhaal, dat krijgt nog wel een eigen stukje.

Waar ik uiteindelijk mijn eigen manier mee vond, was wat lessen over wat echt belangrijk is van één van mijn beveiligers. Dat zijn tenminste dingen die ik ook echt kan dóén. Ik ben geen vechtjas, en ik zal dat ook nooit worden. Meiden die gek zijn op vechten kunnen genoeg trainen om nog resultaat te hebben, maar ik heb al die motivatie om zoveel te trainen en te lijden niet, en ik moet dus het gevecht maar ontwijken en trucs gebruiken.

Maar eerlijk gezegd heb je veel meer aan zorgvuldig je klanten kiezen. Je kan zo kieskeurig zijn dat je geen risicoklanten neemt, ookal moet je daarvoor wel soms principes over vooroordelen aan de kant zetten. Dan heb je geen vechtsport nodig. Ik heb in al die jaren, met al die duizenden klanten, nog nooit een gewelddadig type gehad die geen risicoklant was. Als ik zo selecteerde, was zelfverdediging ook nooit nodig geweest.

Ookal heb ik het niet vaak nodig gehad, en heb ik nog nooit met zelfverdedigingstechnieken echt een man eronder gekregen, toch doet het zijn werk. Want ik ben niet meer zo bang voor geweld. Ik weet beter waar ik op moet letten, en zelfs al word ik met bruut geweld geconfronteerd, ik weet altijd nog wat ik moet doen, om het zo goed mogelijk te overleven. En ik weet dat het allemaal niet het eind van de wereld is.

Ik weet waar mijn grenzen liggen. Die liggen niet waar ik zou willen, maar nu kan ik tenminste realistisch plannen wat ik moet doen bij geweld. En omdat ik weet waar ik aantoe ben, sta ik sterker. Ik kan brutaler zijn, en cooler blijven, dan ik anders zou kunnen. Dat heeft meer lastpakken afgeschrokken zonder een gevecht dan wat dan ook. Terècht zelfverzekerd zijn is de beste vechtkunst.

maandag 6 april 2015

Sorry

Nog steeds geen tijd voor een stukje deze week. Ik heb ook geen ingezonden stukjes die ik zomaar even online kan zetten. Volgende week komt er weer een gewoon stukje, beloofd!